Home

Gilbert was een meester in de tactische en mentale kanten van het spel. In 1990 zou Gilbert de vierde plek op de wereldranglijst bezetten. Zijn prof carrière eindigde na dertien jaar in 1995, toen hij al een jaar als coach actief was. “Winning ugly” verscheen in 1993 in de VS. Toen Gilbert Andy Murray coachte, verscheen een Engelse editie (2007).

In het boek loodst Gilbert de lezer door een tenniswedstrijd: vanaf het moment waarop hij hoort tegen wie hij zijn volgende wedstrijd speelt via het scouten van zijn tegenstander, het mentaal en tactisch voorbereiden op de wedstrijd, de warming up en de eerste games tot het spelen van het laatste punt. Het verloop van de wedstrijd is een sterke rode lijn waar Gilbert zijn praktijkervaring op een bruikbare en – belangrijk – leesbare manier aan ophangt. Vet Amerikaans van toon en met voorbeelden uit zijn eigen loopbaan (al is Jimmy Connors inmiddels wel erg oud nieuws), is het een prachtig handboek winst en verlies in tennis. Ik ben geen expert maar ben nooit een soortgelijk boek tegengekomen uit een andere sport. Ook voor niet-tennissers een aanrader!

Een cursus luisteren in sport, kort & goed – met interviews met sporters & coaches, en met inbreng vanuit de (bewegings)wetenschappen. Dit kon wel eens een hele mooie serie worden.

We hebben meer dan één reden om Gladwell dankbaar te zijn – ‘Range’ is net als ‘The Sports Gene’ een spannende zoektocht. Epsteins nieuwsgierigheid werkt aanstekelijk als hij de relatie tussen omstandigheden en (de weg naar) succes onderzoekt. Alles wat hij verzamelt, zet hij af tegen een werkelijkheid die eenduidig en voorspelbaar (“kind”) of juist complex (“wicked”) is: verschillende manieren van leren; de vrijheid om doelloos te experimenteren (en te falen); de effecten van een vroege voorsprong; de voorwaarden voor de ontplooiing van individueel talent; de samenstelling van succesvolle teams; de waarde van tegengeluiden; het belang van loslaten van je laatste houvast. ‘Range’ beschrijft de bouwstenen waarmee talenten en vaardigheden worden ontwikkeld die nodig zijn in een groeiend complexe wereld.

Praktijkervaring en wetenschappelijke inzichten worden ingezet om te komen tot nieuwe manieren van lesgeven & trainen, tot nieuwe vormen van bestaande sporten, tot nieuwe vormen van bewegen en tot nieuwe omgevingen die verleiden tot bewegen en sporten. De opleiding tot master instructeur is nog in ontwikkeling, maar op steeds meer plekken in Nederland worden basic en advanced instructeurs opgeleid – in het onderwijs, bij sportverenigingen en -bonden, tot bij Defensie aan toe.

Ze nemen per aflevering één tot anderhalf uur om de meest recente wetenschappelijke kennis te koppelen aan hun actuele onderwerp, terwijl ze skypen met deskundigen over de hele wereld.
De podcast is op de reguliere platforms te vinden, maar even googlen werkt ook prima.

Hij keert het hele debat over aanleg vs aangeleerd binnenstebuiten en schopt tegen ieder heilig huisje dat hij tegenkomt. The Sports Gene is een adembenemend boek, dat menig sportleraar en trainer confronteert met zijn / haar eigen opvattingen en werkwijze. Zijn nieuwe boek ‘Range – How Generalists Triumph in a Specialized World’ ligt nu op het nachtkastje.

Heerlijk omdenk-boek waarin filosoof en sport-gek Papineau een stapel vanzelfsprekendheden uit de wereld van prof- en amateur-sport tegen het licht houdt. Zijn analyses en verrassende conclusies zijn wetenschappelijk onderbouwd. De parlando-vertelstijl neemt de lezer moeiteloos mee, vriendelijk uitgedaagd door de aanstekelijke nieuwsgierigheid van de schrijver.

Van Nieuwstadt schreef een prachtige state-of-the-art van de praktijk van differential training in de Nederlandse en internationale (top)sport. Het boek verscheen in 2017 en is een must-read voor iedereen die met kinderen en jonge mensen werkt aan motorische ontwikkeling. Veel voorbeelden uit hockey, zwemmen, voetbal, tennis en golf.

talentontwikkeling, verenigingsleven en topsport. Denk aan: het geboortejaareffect; (het verzet tegen) aanpassingen van de spelregels; scouting onder 8 jaar; wiskunde in het voetbal; een vereniging die uit de jeugdcompetitie stapt. Ofschoon hij zich toelegt op voetbal, leveren zijn artikelen inzicht en inspiratie waar elke vereniging en elke trainer iets aan heeft. Zijn nieuwsbrieven zijn een heerlijke grabbelton aan Engelstalige podcasts, artikelen en websites over sport.

De stijl is impressionistisch, bijna zinnelijk. Met korte hoofdstukken bouwt Keulemans een magische wereld, waar de lezer verwonderd getuige is van de meest alledaagse zaken die zich als volkomen nieuw presenteren: het elftal, de trainer, de laatste man, de tegenstander, de training, de lange zomer zonder wedstrijden. Een boek dat ruikt naar gras.
Helaas alleen – na goed zoeken – nog antiquarisch te krijgen.

De brede zoektocht naar de reden van succes maakt het boek erg aantrekkelijk – een uitdaging om inzichten uit andere omgevingen te koppelen aan de praktijk van sportles en -training. ‘Uitblinkers’ lijkt in eerste instantie een pleidooi voor de 10.000 uren aanpak. Maar het boek levert ook de nuancering daarvan – een set-up die Epstein 5 jaar later met leesbaar plezier de grond in smasht.
Gladwells’ website biedt nog veel meer informatie en inspiratie.

Mooie inzichten en inspirerende voorbeelden uit ’s lands grootste sport, die moeiteloos naar elke andere sport kunnen worden vertaald.
Eén van de leukste debatten waar het boek aandacht aan besteedt, is dat over het rendement van jong gescout talent. Sinds enige tijd stuurt de KNLTB verenigingen en tennisleraren weer mailtjes over jonge jeugd en talentontwikkeling. Intussen stelt de KNVB als nieuwe directeur voetbalbeleid Aloys Wijnker aan – een verklaard tegenstander van scouting onder twaalf jaar.

Daarnaast doet Scherder de lezer tal van suggesties aan de hand hoe die een lichaam onderhoudt dat voor bewegen gemaakt is maar dat in veel gevallen acht tot twaalf uur per dag zit en nog eens zeven uur per nacht ligt.

Als het proces klopt, komen de resultaten vanzelf. Lammers onderbouwt zijn stelling overtuigend met alle stappen in de voorbereiding op (en het winnen van) het Olympisch hockeytoernooi voor dames in Beijing 2008.