blog

#9 De vrije hand

De vrije hand

Eind 12e eeuw ontwikkelden monniken in een abdij in Picardië (Noord-West Frankrijk) een spel dat we tegenwoordig kennen als kaatsen. In de eeuwen daarna verspreidde de sport zich door alle lagen van de bevolking in West-Europa. Eind 19e eeuw – kaatsen was al aardig op zijn retour – gingen kaatsers de bal steeds vaker met een racket slaan. Tennis was geboren.


Iets van die geschiedenis klinkt door in de oorsprong van het woord racket: “(…) afgeleid van het Arabische rãhat, een verbogen vorm van rãha: handpalm.” (http://www.historiek.net) Waar het kaatsen het Arabisch ontmoette, heb ik nog niet achterhaald –  kruistochten, kaatsen in het Heilige Land? Maar het racket als verlengstuk van de handpalm herkent iedereen die wel eens een racket vasthoudt.

help de hersenen in hun ontwikkeling

In eerste instantie is het zaak om de laterale ontwikkeling (de fase waarin de hersenen onder meer ontwikkelen naar links- of rechtshandigheid) zoveel mogelijk te stimuleren. Jonge kinderen oefenen in spelvormen het gebruik van links, rechts en beide handen (en voeten) om de zenuwverbindingen tussen armen / handen / benen / voeten en de hersenen zo sterk mogelijk te maken, en zo de hersenen te helpen in hun ontwikkeling. Die ontwikkeling verschilt per kind – ik heb een meisje van elf jaar op les dat vorig jaar pas uitontwikkeld was (linkshandig). Als de links- of rechtshandigheid helemaal duidelijk is, kun je de trainingen daarop inrichten. Al zegt dat niet alles: De rechtshandige Rafael Nadal speelt met links omdat de trainer (zijn oom Toni) voorzag dat dat een tactisch voordeel zou opleveren.


Maar wat doet de hand die het racket niet vasthoudt? Vanaf het moment dat jonge spelers een dominante hand hebben, begint de asymmetrie. Al te makkelijk ontstaat een taakverdeling waarbij de vrije hand alleen maar wordt gebruikt om de bal op te gooien. Pas als spelers rally’s kunnen spelen, wordt in de les de vrije hand stukje bij beetje ingezet om de balans te verbeteren of de bal te timen. Tussen de symmetrische oefeningen uit de laterale fase en het functionele gebruik van de vrije hand kan jaren zitten. Wat een onverdraaglijke tijdverspilling!

die arm zit nou eenmaal vast aan de schouder

Het effect op langere termijn laat zich goed waarnemen bij volwassenen die met tennis beginnen. De meeste spelers hebben geen controle over, zelfs geen enkel bewustzijn van de vrije hand. Die bungelt erbij omdat die arm nou eenmaal aan de schouder vastzit. Als we in de les de vrije hand een taak geven, onderscheiden de pianist en de handballer zich van de rest die de achterstand nooit meer goed maakt.


En de jeugd? Die slaat de bal met het racket terwijl ze met hun vrije hand een pittenzakje opgooien en vangen, gooien en vangen de bal met in elk hand een racket, slaan de bal met een racket omhoog en vangen die bal met een pion, spelen over terwijl ze het racket met twee handen vasthouden. De mogelijkheden om in de les symmetrische en asymmetrische oefeningen in te zetten zijn even eindeloos als onmisbaar voor balans, vaart, timing, effect – en uiteindelijk voor die opgooi.